ontwerpers

Wim van de Oudeweetering

In de watten

Wim van de Oudeweetering vloog jarenlang de wereld over als visagist, maar in de jaren negentig maakte hij de ommezwaai naar interieurontwerp. Sindsdien richt hij luxe spa’s, hotels en woningen in.

In het achttiende-eeuwse dijkhuis vechten wierook en sigarettenrook om aandacht. Boven de stoere keuken hangt een enorme Cobra-foto van de Nederlandse fotograaf Elmar Dam. Aan de andere kant staat een kastje met drankflessen. Verder veel verschillende stoffen, in uiteenlopende structuren, patronen en materialen. Vloerkleden, kussentjes, dekens. In de verte ademt het de sfeer van een bruine kroeg, maar dan stijlvoller. Huiselijker ook.
Interieurontwerper Wim van de Oudeweetering woont hier samen met zijn partner Ron. Wim bezoekt de klanten en maakt de ontwerpen. Ron doet de administratie en regelt de logistieke zaken. Onder de naam Casus Casa richten ze luxe hotels en jachten in, maar de hoofdmoot bestaat uit woningen. Bijzondere penthouses, villa’s op tropische eilanden, herenhuizen, exclusieve chalets. Meestal lopen er meer dan tien projecten tegelijkertijd, zeker de helft in het buitenland. En ook na de realisatie is de interieurontwerper soms nog jaren bij een project betrokken.

Privébutlers
Als voorbeeld noemt hij Hotel TwentySeven in Amsterdam. Het was het eerste zes-sterrenhotel van Nederland. Alle kamers ademen luxe. Denk aan marmeren jacuzzi’s, gedetailleerde Venetiaanse stoffen en privébutlers. Samen met interieurontwerper Chris van Amsterdam richtte Wim het hotel, de bar en het sterrenrestaurant in, maar hij dacht ook mee over details die niets met de inrichting te maken hebben. Denk aan de geur op de kamers, de kleding van het personeel en de drankselectie in de bar. Ook twee jaar na de opening is hij er nog regelmatig te vinden om nieuwe kunst uit te kiezen, of kamers van nieuwe kussentjes te voorzien.
Iets soortgelijks doet hij voor de eigenaar van ­Chalet1551 in het Oostenrijkse Lech. Hij ontwierp de volledige inrichting van dit luxe nieuwbouw-chalet met sauna, infra-roodcabine en rvs-zwembad. Van de houtkeuze aan de muren tot de massagevoorziening in het zwembad. Hij dacht na over het beddengoed, de kaarsen, maar ook over de manier waarop het eten wordt geserveerd. Ook gaat hij elk jaar shoppen om kleren uit te zoeken voor de masseur, privé-ober, butler en sterrenkok die standaard bij het huis horen.”

Clown
“In principe werk ik altijd op dezelfde manier”, legt de ontwerper uit. “Het begint met een concept. Dat is noodzaak, anders ben je verloren. Ik vergelijk het vaak met een kleurplaat van een clown. Als je die kleurplaat aan een kind geeft, dan kan dat kind kleuren wat hij wil. Zelfs als hij naast de lijntjes kleurt, blijft het een clown. Zo is het ook met een interieur. Het begint met de omlijning, een basisidee, een verhaal. Pas als je dat hebt, kun je gaan kleuren.”
Dat basisidee probeert hij zoveel mogelijk uit de klant zelf te laten komen. “Daarom gaan we eerst praten. Dat gaat verder dan ‘ik wil iets romantisch’. Want ja, een klein vissershuisje in Ierland is romantisch, maar een badkamer in een penthouse kan dat ook zijn. Het gaat er om wat de klant romantisch vindt. Daarom probeer ik nooit dictaten op te legen. Als iemand rood wil, krijgt hij rood, maar dan ga ik wel op zoek naar het mooiste rood dat er bestaat.”
“Maar laten we het niet te ingewikkeld maken. Uiteindelijk verwacht bijna iedereen hetzelfde van een woning; een warme, gezellige plek waar je volledig jezelf kunt zijn. Daarom probeer ik dissonanten aan te brengen in interieurs. Denk aan een nét niet perfecte kleur. Voor veel mensen is dit te gedetailleerd om te benoemen, maar ze voelen het wel. Dat is belangrijk, want als je onbewust aanvoelt dat een interieur niet helemaal perfect is, dan zorgt dit ervoor dat je je vrijer voelt. In een over-de-top gestylede villa gooi je toch minder snel je voeten op de salontafel. Perfectie creëert afstand en dat is precies wat je thuis niet wilt.”
Als hij badkamers ontwerpt, denkt hij in de eerste plaats aan de verlichting: “Een badkamer heeft meerdere functies. ‘s Ochtends heb je vaak weinig tijd. Dan wil je een praktische badkamer. Maar ‘s avonds of in het weekend verwacht je iets anders. Dan wil je in bad. Soms is het zelfs de plek waar romantiek begint. Met licht kun je aan beide eisen voldoen. ‘s Ochtends heb je functioneel licht nodig. En dat wil je ook bij de spiegel, zodat de dame zich kan opmaken. Maar ‘s avonds, als het bad volloopt, wil je sfeerlicht.”

Visagist
Wim van de Oudeweetering begon pas op latere leeftijd als interieurontwerper. Na de hotelschool werkte hij jarenlang als visagist, hij maakte faam door zijn ‘natural look’. Vijftien jaar lang reisde hij de wereld over om mensen op te maken. Hij woonde in Milaan, New York, Parijs en Londen. Soms zag hij wekenlang alleen maar hotelkamers en klanten.
De ommezwaai kwam toen hij in de jaren negentig het concept World of Wonders verzon. Gezelschappen konden zijn ruimtes op het Amsterdamse KNSM-eiland afhuren voor exclusieve feesten. Desgewenst zorgde hij voor eten, drank en entertainment. En voor elk gezelschap richtte hij de ruimtes opnieuw in, afgestemd op de wensen van de klant. Het sloeg aan en zo rolde hij in het vak.
“Maar als je er goed over nadenkt, heeft alles wat ik gedaan heb een link met wat ik nu doe”, blikt Van de Oudeweetering terug. “Achteraf denk ik dat ik naar de hotelschool ging om mensen in de watten te leggen. Dat doe ik nu nog steeds. En verder zie ik mezelf vooral als verhalenverteller. Mijn interieurs vertellen een verhaal en ook als visagist hielp ik mensen om hun verhaal te vertellen. Ik kon ze eruit laten zien zoals ze wilden.”

Als de derde sigaret de asbak bereikt, komt zijn droom nog kort ter sprake: “Ik zou graag een bordeel ontwerpen, maar dan wel een klassebordeel. Aan de ene kant verwacht je daar hygiëne, maar tegelijk moeten de ruimtes iets oproepen en het moet een beschermd gevoel geven. Dat krachtenveld zie je in beperkte mate ook in een sauna of spa. Daar wil je ook bescherming creëren, terwijl de meest voor de hand liggende materialen vaak juist hard en kil aanvoelen. In een bordeel kun je daar nog verder in gaan. Het lijkt me ontzettend spannend om te ontwerpen.”