starchitecten

Ma Yansong

Chinees verzet tegen strakke lijnen

Het westen loopt weg met Ma Yansong. De Chinese architect sleept wereldwijd opdrachten binnen, en Time Magazine zette Ma dit jaar op de lijst van honderd invloedrijkste mensen. Ook ons land heeft deze eigenzinnige architect nu ontdekt, door zijn Tornado voor Rotterdam, het uitzichtpunt boven op het nieuwe Fenix Museum met kunst over migratie. Fenix is gevestigd in de oude havenloods, die een eeuw terug werd gebouwd in opdracht van de Holland-Amerika Lijn. In het hart van het gerestaureerde gebouw voegde Ma Yansong de Tornado toe: een dubbele, gedraaide trap van roestvrijstaal die naar boven wervelt. Bezoekers kiezen zelf hun route naar het panoramadek. De Tornado is kunstwerk en uitkijkpunt in één, en biedt vol zicht op Rotterdam. Ook op het schiereiland Katendrecht – in Europa ooit een van de eerste Chinatowns.

In zijn ontwerpen verenigt Ma Yansong ogenschijnlijke tegenstellingen. Met zijn bureau MAD Architects in Beijing creëert hij hedendaagse, technisch geavanceerde gebouwen met organische vormen, op basis van Oosterse verbondenheid met de natuur. In interviews herhaalt Ma telkens dat in traditionele Chinese en Japanse architectuur de hele omgeving belangrijker is dan één specifiek gebouw. Het gaat om de eenheid: balans tussen mens, stad en omgeving. Dat gaf ook de doorslag voor Rotterdam. ‘Wij kozen voor MAD om de ronde, zachte vormen die het bureau maakt, als contrast met de harde stad’, zegt Fenix-directeur Anne Kremers. Het ontwerp voor Rotterdam is het eerste cultuurgebouw van MAD in Europa.

Ma Yansong stichtte zijn kantoor MAD Architects in Beijing in 2004. Partners zijn de Chinese architect Qun Dang en Japanse architect Yosuke Hayano. Het toonaangevende bureau opereert internationaal en heeft ook vestigingen in Rome en Los Angeles. MAD werkt met 150 architecten aan uiteenlopende projecten: stadsplanning, stedelijke complexen, musea, theaters, concertzalen, woningen, wolkenkrabbers, kunst en design.

Met de voltooiing in Toronto van de twee elegant golvende Absolute Towers (2012), bijnaam ‘Marilyn Monroe-torens’, was Ma de eerste Chinese architect die een grote architectuurcompetitie won buiten zijn land. Met poëtische vormen verlegt MAD grenzen van de gangbare architectuur: met werk dat niet puur functioneel is, maar ook de zintuigen prikkelt. Lopende projecten zijn het Shenzhen Bay Cultural Park -de ‘Silicon Valley’ van China- en het Lucas Museum of Narrative Art in Los Angeles. Dit Amerikaanse museum is opgericht door Star Wars-bedenker George Lucas, en wordt gebouwd in het historische Exposition Park in Los Angeles. Het spectaculaire museum komt tussen bekende locaties in het gebied waar in 1932 en 1984 de Olympische Zomerspelen werden gehouden – en binnenkort weer, in 2028.
Ma’s creaties kunnen kronkelen en welven. In China, op vierhonderd kilometer van Shanghai, heeft MAD het stadion in het Quzhou Sports Park (2022) ‘laten golven als een oceaan’. Het stadion, met dertigduizend plaatsen voor toeschouwers, is ingebed in het omringende landschap in een kratervorm met daarboven een zwevende overkapping. Het complex is ontworpen als ‘land art’, met verzonken tuinen en een meer.

Iets minder omvangrijke projecten zijn er ook. MAD’s Tunnel of Light in Japan (2018) moest culturele energie terugbrengen naar het Japanse platteland, waar vergrijzing had toegeslagen. Om bezoekers te inspireren, en te verbinden met de omringende schoonheid in een wandelgebied met rotsformaties, maakte MAD artistieke zones in een bestaande, 750 meter lange tunnel. De permanente zones zijn met minimale ingrepen – spiegelend roestvrijstaal, een laagje water- getransformeerd tot een betoverende ruimte met uitzicht over de natuur.
Hutongs Ma Yansong werd geboren in 1975 in Beijing en groeide op in de hutongs, niet ver van het Tiananmen Plein. Deze traditionele wijken, met veilig voelende binnenplaatsen en een labyrinth aan stegen, zouden van blijvende invloed zijn op zijn latere denken. Hij speelde er buiten met vriendjes, klom in bomen, en ook op de daken wat een gevoel van vrijheid gaf. Toen de jonge Ma zich wat verder waagde, stond hij plotseling oog in oog met de moderne stad vol hoge gebouwen: zijn eerste kennismaking met een andere wereld.
Zijn moeder was milieudeskundige en nam hem mee naar gebieden vol heuvels en groen. Op school schilderde hij veel en hij wilde naar de kunstacademie. Maar daar werd Ma afgewezen, met het advies architectuur te kiezen. Eerst had hij geen idee wat dat was – toen las hij biografieën over architecten en zag hij verband met kunst. Het drong tot hem door dat iedereen uniek is, en een eigen stijl kan hebben. Ook dat een stad van iedereen is.

Het combineren van gebouwen, mensen en natuur zou Ma’s roeping worden. Zijn werk wordt vaak als futuristisch omschreven, maar zijn visie leunt op het traditionele Shanshui (‘berg-water’). In deze klassieke Chinese schilderkunst staat de band centraal tussen mens en natuur. Shanshui zette Ma aan tot zijn alternatief voor het modernisme, naar zijn mening de mensonterende erfenis van de twintigste eeuw.

Amerika, Londen, Beijing In Beijing studeerde Ma Yansong civil engineering en architectuur, aan Yale in Amerika architectuur. Hij kreeg les van de beroemde Brits-Irakese architecte Zaha Hadid. Zij liet Ma boeken lezen over hedendaagse kunst. De jonge Chinees zag dat ze een kunstenares was die -in tegenstelling tot wat critici zeiden- niet vast wilde zitten aan een bepaalde stijl. Ze moedigde hem ook aan zijn eigen grenzen te verleggen. Ma werkte een periode op haar bureau in Londen. Ook Hadids ontwerpen kronkelen erop los en haar invloed is zichtbaar in Ma’s werk.

In 2008 kwamen de Olympische Zomerspelen naar Beijing. Ma was al teruggekeerd naar zijn stad. Na de traditionele staatsarchitectuur van voorgaande jaren was China in beweging. ‘Daar wilde ik deel van uitmaken. Er kwamen veel andere architecten op China af, uit andere landen. Ook beroemde, die monumentale bouwwerken neerzetten’. China stond open voor nieuwe ideeën. Norman Foster bouwde een nieuwe terminal voor Beijing Airport, Rem Koolhaas bureau OMA zette CCTV neer – het hoofdkantoor van de Chinese staatstelevisie. Herzog & De Meuron bouwden het Vogelnest, het nieuwe Olympische stadion. Iedereen praatte erover; het was een periode van ongekende economische groei en snelle maatschappelijke verandering.

Aquarium Er was ook een discussie gaande over de oude en nieuwe, experimentele architectuur, die Ma inspireerde. Hij probeerde zijn voet tussen de deur te krijgen, deed mee aan talloze ontwerpcompetities, maar grote, concrete opdrachten bleven nog uit. In 2004, het jaar dat hij zijn bureau stichtte, bedacht hij de Fish Tank. Hierover vertelde Ma Yansong laatst in Rotterdam, op een publieksavond in het Nieuwe Instituut, waar nog tot twaalf oktober de tentoonstelling ‘Ma Yansong, Architectuur en emotie’ loopt over zijn oeuvre.
“We hadden niet zoveel werk, dus ik keek rond op straat en zag op de markt een goudvis in een plastic bak. Als je een vis kocht kreeg je er een glazen kom of bak bij, eenvoudig en goedkoop. Ik realiseerde dat dat veel weg had van de gebouwen waarin we wonen in de stad. Vaak een grote doos en heel simpel. Ik vond een motto over moderne architectuur: een machine om te leven. Hetzelfde dus als een aquarium. Voor ons is dat niet anders. Sommige gebouwen werden helemaal niet gebouwd voor de mens. En dat wilde ik juist wel, maar ik kreeg het werk niet, dus gaf ik mezelf opdracht een aquarium te maken. Met buizen en smeltende vormen.” Hij liet met camera vastleggen hoe ánders de vissen reageerden op hun niet-rechthoekige, grotachtige omgeving.

Het ontwerp van de Fish Tank is te zien op de expositie in Rotterdam. MAD’s werk wordt in deze expositie verkend vanaf de vroege jaren tweeduizend in China. Ma zag in die tijd hoe er overal in steden aan de weg werd getimmerd. Niet verbonden met het gewone leven ‘en totaal beheerst door het kapitalisme, met machtige ontwikkelaars en de architect als een product’. Naast de nieuwe overvloed ontstond besef over de andere kant – de groeiende ongelijkheid, de huisuitzettingen en sloop van historische wijken; de ecologische schade.

Context en kappers MAD onderzocht dit soort kwesties, en de culturele en politieke context, in een serie gesprekken over wat er in China gebeurde. Hieraan deden bekendheden en machthebbers mee, ook werklieden, kappers en taxichauffeurs. De kunstenaar Ai WeiWei was een van de gasten. Een gevarieerd gezelschap, ‘mensen die anders niet met elkaar in gesprek zouden komen’. De rond-de-tafel gesprekken werden opgenomen en verwerkt in het boek MAD Dinner. Daarin kwamen ook Ma’s vroegste experimentele ideeën.
Door China’s loslaten van staatsarchitectuur was de weg vrijgemaakt voor particuliere ontwerpbureaus. Chinese architecten hadden een stem gekregen – zoals ook de recente Pritzker-winnaar Liu Jiakun. Ma Yansong hoort tot de generatie die hierop volgde. Hij reageerde op de maatschappelijke veranderingen met kritische, maar ook speelse speculatieve voorstellen. Zoals Floating Island, een overkapping van de plek waar het World Trade Center had gestaan in New York. En de transformatie van het Tiananmen Plein in Beijing tot een enorm park, als onderdeel van MAD’s toekomstblik met de titel Beijing 2050. Een kleiner Beijing 2050-idee werd uitgevoerd: ‘bubbels’ met sanitaire voorzieningen voor de hutongs. Gebrek daaraan was gebruikt als excuus zulke traditionele wijken af te breken. Ma maakte van Hutong Bubble (2006) met opzet een heel andere, hoogst hedendaagse vorm die de omgeving weerspiegelt. Ook om het behoud van hutongs veilig te stellen zonder ze te veroordelen tot een lot als openluchtmuseum.

Zuidas In 2011 zond MAD een ontwerp in voor een prijsvraag voor de prestigieuze Amsterdamse Zuidas. Het omvatte een masterplan met ruim tweehonderdduizend vierkante meter kantoorfuncties en woonruimten, met open groen. Ma Yansong bezocht de Zuidas voor hij aan de slag ging, zoals hij doet met elk project om de locatie te zien en de geschiedenis te doorgronden. Hij was niet erg te spreken over wat er al stond: uniforme dozen, niet menselijk. Hij ontwierp daarom een enorm gebouw in de vorm van een glooiend heuvellandschap. De opdracht ging echter naar het Rotterdamse architectenbureau MVRDV, dat uniformiteit ook doorbreekt en op de Zuidas inmiddels The Valley (2022) heeft neergezet.

Wél gebouwd, naast talloze andere projecten, is Ma’s Baiziwan Housing (2021) met vierduizend sociale huurwoningen in Beijing. Daar staat nu hoogbouw voor uiteenlopende bewonersgroepen -jonge werkende burgers, senioren, uitkeringsgerechtigden. De duurzame hoogbouw verschilt van het gebruikelijke Chinese massamodel met geestdodende woonkolossen. De wijk heeft een menselijke schaal: met een centrale avenue, met groepen gebouwen die buiten ingenieus zijn verbonden. Voor leven op straat zijn er op straatniveau winkels, cafés, ruimten voor kinderopvang en ouderenvoorzieningen. Een verdieping hoger is, alleen voor bewoners, een ‘zwevende’ tuin met daktuinen en speelplaatsen. Alles is beloopbaar.

Handschets Ma schetst altijd eerst met de hand. Heel traditioneel nog, met een belangrijk voordeel. “Een schets met de hand vangt je emotie, je instinctieve reactie op complexe vraagstukken.” De kunst is, zegt Ma, architectuur menselijk te houden, open te staan voor de menselijke geest en gevoel, door met die eerste reactie verbonden te blijven. Het ruwe van de beginschets probeert hij door het hele proces heen vast te houden. “Het is makkelijker een rechte doos te maken, en moeilijker het ruwe en willekeurige te handhaven. Maar dat geeft een gebouw wél meer leven.” Voor de Chinese architect is er geen absoluut goed of absoluut fout, maar door te abstract en te perfect verlies je de menselijke kwaliteit. Hij houdt van de imperfectie, en wil het gevoel zien. De Tornado in Rotterdam is het bewijs.