designers

Andreas Haug

Andreas Haug voelt zich creatiever dan ooit

In 1975 ontwierp Andreas Haug zijn eerste douchekop voor hansgrohe. Ruim een halve eeuw later is zijn Duitse designstudio PHOENIX nog altijd een van de drijvende krachten achter de ontwerpen van het Duitse badkamermerk: ‘Zie het als een goed huwelijk.’

Toen Piet Veerman in 1987 de hitlijst van de Nederlandse Top 40 aanvoerde met het nummer Sailin’ Home, voer Andreas Haug op de Caribische Zee. Hij was aan boord van de ‘Sweet Mama’, het zeiljacht van Klaus Grohe. De destijds 50-jarige CEO van hansgrohe wilde meer diversiteit in zijn collectie, zodat consumenten meer te kiezen hadden. In het verleden had hij prettig samengewerkt met Andreas Haug en dus nodigde hij hem uit voor een bijzondere boottrip. De Duitser nam op zijn beurt Tom Schönherr mee. Hij kende deze iets jongere ontwerper omdat hij zijn afstudeerproject aan de Academie voor Schone Kunsten in Stuttgart had begeleid en was onder de indruk van zijn talent.

Terwijl het schip voortkabbelde richting de prachtige witte stranden en tropische boomtoppen van het eiland Sainte-Anne, maakte het drietal een bijzondere deal. Andreas Haug en Tom Schönherr zouden samen een designbedrijf oprichten. Ze zouden zelfstandig blijven, zodat ze ook andere producten konden ontwerpen, maar ze kregen de toezegging dat ze mee mochten denken over de volledige portfolio van het Duitse badkamermerk. Phoenix Design was geboren.

Huwelijk 
“De band met hansgrohe is altijd gebleven”, vertelt Andreas Haug 38 jaar later in de bibliotheek van het Phoenix-hoofdkantoor in Stutt-gart. “Zie het als een goed huwelijk, met wederzijds respect. Wij leerden door de jaren heen van de technici van hansgrohe, die op hun beurt leerden te vertrouwen op onze kennis van design. We kennen elkaar nu zo goed, dat een telefoontje vaak genoeg is om vragen op te helderen. Maar altijd vanuit het vertrekpunt dat we nooit volledig samen zullen smelten. Naast kranen en douches willen wij ook andere dingen maken, zoals baden en apparaten.”
Inmiddels heet Phoenix Design gewoon Phoenix. Twee van de drie hoofdrolspelers die in 1987 door de Caribische Zee voeren, hebben het stokje overgegeven aan de nieuwe generatie. Hansgrohe is inmiddels in handen van de derde generatie Grohe en Tom Schönherr verliet Phoenix een aantal jaar geleden. Alleen Andreas Haug is nog betrokken bij het succesvolle Duitse designbureau. Al is het de vraag voor hoe lang. Sinds een jaar of vijf ligt de dagelijkse leiding van de designstudio is in handen van Harald Lutz, Andreas Diefenbach en de rest van het managementteam, terwijl Andreas Haug beetje bij beetje stapjes terugdoet.

Balanceren 
“Ik ben vooral bezig met strategie”, zegt de 79-jarige Andreas Haug over zijn huidige rol. “Dat is vaak een beetje balanceren. Weten wanneer je advies belangrijk is, maar ook inzien dat je soms op de vlakte moet blijven. Het grappige is dat ik me creatiever voel dan ooit. Misschien omdat ik meer vrije tijd heb. Maar het zou ook kunnen komen omdat ik me niet meer hoef te bewijzen, en me daardoor vrijer voel.” Wat begon als een tweepittersbedrijf, groeide in 35 jaar uit tot één van Duitslands meest succesvolle ontwerpbureaus. Momenteel werken er zo’n 55 mensen in Stuttgart, en nog eens 15 in de studio in Shanghai. Samen sleepten ze meer dan duizend internationale design-awards in de wacht.

Een deel van de producten is sinds een paar jaar ondergebracht in een expositie naast de designstudio. Achter de parkeergarage bevindt zich een donkere ruimte met twee lange gangen. Aan weerszijden staan eindeloos veel producten in stellages opgesteld. Enorme rijen zwarte en grijze televisies van Loewe en Sharp, een modelzeppelin, een robot. Om de hoek staan enkele van de vele baden en wastafels die Phoenix ontwierp voor Kaldewei en Duravit. En natuurlijk ontelbaar veel kranen, douchekoppen en thermostaten van Axor en hansgrohe. Sommige eigentijds, andere modellen roepen weemoed op naar de jaren 1980 of 1990.

Servicerobot 
“Ik gok dat dit nog geen één procent is van wat we hebben gemaakt”, zegt modelbouwer Marc Michalak, die als langstzittende werknemer werd gebombardeerd tot curator en sleutelbewaker van de expositie. De beperkte resterende ruimte is deels gereserveerd voor enkele ontbrekende iconische producten, maar nieuwe producten zijn ook denkbaar. Zoals de onlangs gepresenteerde Axor Muuraansluitbocht Fine, die andere badkamerproducten laat schitteren.
Als Andreas Haug de vraag krijgt voorgelegd welk product in de expositie hem het meest dierbaar is, noemt hij zonder aarzeling ‘robot Paul’. Deze witte service-robot ontwierp hij voor het Duitse Fraunhofer Institute for Manufacturing Engineering and Automation. Het idee was om een robot te maken die bezoekers van een electronicawinkel kan helpen als een echte werknemer. De robot kan autonoom door de winkel bewegen om producten te pakken. En dankzij ingebouwde camera’s, microfoons en herkenbare gezichtsuitdrukkingen kan hij met personen communiceren. Later werd hij ook gebruikt voor andere doeleinden.
“Wanneer je iets ontwerpt, bekijk je altijd eerst wat er al bestaat”, legt de ontwerper uit. “Maar van deze robot waren geen voorbeelden. We moesten zelf verzinnen hoe een servicerobot eruit moet zien. En wanneer je iets nieuws ontwerpt, iets wat de gebruiker niet kent, dan moet je het zo ontwerpen dat iemand die hem voor het eerst ziet, meteen denkt: ‘Hé, een robot’ en intuïtief weet wat hij aan die robot kan hebben.”

Renovatie 
“Het tegenovergestelde hebben we ook meegemaakt,” vertelt hij even later. “Ergens in de jaren ’90 stond Klaus Grohe op de stoep met een klassieke kraan die hij uit Zwitserland had meegenomen, met de vraag of we zoiets konden ontwerpen. Ik was geschokt en kon me niet voorstellen dat mensen daarop zaten te wachten, maar Klaus vertelde dat er in Zwitserland veel oude woningen waren die geen schade hadden ondervonden van de oorlog. Woningen in oude stijl, maar met kapotte armaturen die ze in de oude stijl hersteld wilden hebben. Hij rekende voor dat dit ook het geval moest zijn in Amerikaanse en Australische steden met een soortgelijke Europese bouwstijl. Volgens hem was de markt gigantisch.”
“Het was totaal anders dan we gewend waren, maar ik vond het interessant en spannend dat een bedrijf dat normaal met innovaties bezig was, koos om iets uit het verleden te maken. Toen mijn verbazing over was, zijn we onderzoek gaan doen naar die kranen uit 1800. Door de industrialisatie nam de welvaart toe en konden steeds meer mensen zich een eigen badkamer veroorloven. De ventieltechniek werd ontdekt, en villa’s en hotels kregen voor het eerst luxere badkamers. Uiteindelijk mondde het onderzoek rond de laatste eeuwwisseling uit in de Montreux-collectie, gebaseerd op het oude ontwerp van die kraan uit het Zwitserse Montreux. En het bijzondere is dat de collectie vandaag opnieuw relevant is, nu er door gebrek aan bouwgrond vaker voor renovatie wordt gekozen in Europese steden.”

Slagerij 
Een favoriet product uit de badkamer vindt hij lastiger te kiezen: “Het zijn er zoveel. Het meest bijzondere vind ik dat ik de verandering van de badkamer van dichtbij heb meegemaakt en er zelfs een rol in heb mogen spelen. Toen ik begon, leek de badkamer meer op een slagerij. Alles was functioneel en koud. Langzaam heb ik dat zien veranderen, tot aan de sfeervolle, warme, kleurrijke badkamers van nu.”
Het is niet de enige verandering die hij heeft waargenomen. Hij ziet ook dat het type designbureau zoals dat van hem steeds schaarser wordt. “Er zijn steeds minder studio’s die autonoom geleid worden door één of twee ontwerpers. Veel grote studio’s zijn de laatste decennia opgekocht door grote organisaties, zoals marketingbedrijven, en zijn nu een bouwsteen van een grotere organisatie. Ook hebben veel merken tegenwoordig een in-house designafdeling. Onafhankelijke designstudio’s bestaan nog wel, maar dan zijn het vaak kleine studio’s van één, twee of hooguit vier of vijf ontwerpers.”
“Dat is niet goed voor de creativiteit van de sector. Bij die enorme marketinggedreven designbureaus overheerst al snel de marketing. Dat neemt de creativiteit een beetje weg. En in-house designbureaus hebben vaak maar één thema, een specialisatie. Terwijl je je blik verruimt als je naast badkamerproducten ook tv’s en apparaten ontwerpt. Hier bij ons in Stuttgart werken 55 mensen, waarvan tweederde ontwerper is, plus nog een groep modelbouwers. Het is aan het nieuwe management om uit te vinden hoe we deze bijzondere positie kunnen behouden in een veranderende tijd.”