designers

EOOS

Wellness voor de mensheid

Ontwerpbureau EOOS heeft een urinoir ontwikkeld dat urine en spoelwater kan scheiden. In samenwerking met Laufen wordt het op de markt gebracht, maar waarschijnlijk is dit pas het begin van iets bijzonders.

Stel je eens voor dat er een toilet zou bestaan dat je niet zou hoeven aansluiten op het riool, water en elektriciteit. Een toilet dat bovendien ziektekiemen uit ontlasting kan zuiveren en urine en ontlasting kan omzetten in energie, voedsel en drinkwater. En stel je eens voor dat dit toilet maximaal 5 dollar­cent per dag zou kosten. Het lijkt een utopie, maar op meerdere plaatsen op de wereld wordt er al jarenlang hard gewerkt om dit mogelijk te maken.
Dat onderzoek wordt voor een groot deel bekostigd door Bill en Melinda Gates. Want, zo stelt het echtpaar: ‘Toegang tot een hygiënisch toilet en sanitair is het beste vaccin tegen ziektes.’ De filantropische stichting van Gates benaderde een aantal vooraanstaande universiteiten, wetenschappers en ook enkele bedrijven. Een daarvan is het Weense ontwerpbureau EOOS, dat onderzoekt hoe je spoelwater, urine en ontlasting van elkaar kunt scheiden.

Ruimteschepen
“Los kun je urine, spoelwater en ontlasting veel makkelijker recyclen”, vertelt Lotte Kristoferitsch van EOOS. “In ruimteschepen wordt al zo’n tachtig procent van de urine gerecycled tot drinkwater. En het is wetenschappers ook gelukt om elektriciteit op te wekken uit urine. Pure ontlasting kun je vrij eenvoudig omzetten in briketten. Daarom is die scheiding zo belangrijk.”
“Inmiddels is het ons gelukt om urine en spoelwater te scheiden”, vervolgt de ontwerpster. “In eerste instantie hebben we geëxperimenteerd met sensoren, maar die gingen steeds kapot. Toen kwamen we tot het inzicht dat we de hoek waarmee urine in de toiletpot belandt kunnen gebruiken. Zoals alle vloeistoffen heeft ook urine een eigen radius waarmee het buigt.”
Als ze merkt dat dit wat abstract klinkt, neemt ze de theepot als voorbeeld: “Iedereen heeft weleens een lekkende theepot gehad. Dit gebeurt als je thee niet snel genoeg inschenkt. De thee komt dat niet in het kopje terecht, maar loopt via de schenktuit terug naar de onderkant van de pot en begint dan te lekken. Dat principe hebben we gebruikt in het toilet. We hebben uitgezocht met welke snelheid en onder welke hoek mannen en vrouwen plassen. Vervolgens zijn we gaan experimenteren met vormen en hebben we een urinoir gemaakt met een hoek die ervoor zorgt dat urine terugloopt in een aparte ruimte, zodat je het kunt opvangen. Als je daar vervolgens water met een hogere snelheid overheen spoelt, dan belandt het water wel in de normale toiletpot. Op die manier wordt het overgrote deel van de urine gescheiden van het spoelwater, terwijl de gebruiker hier niets voor hoeft te doen.”
Natuurlijk eist een zakenman als Bill Gates dat zulke onderzoeksprojecten zichzelf waar mogelijk terugverdienen. Daarom wordt de techniek nu op de markt gebracht, in samenwerking met de Zwitserse sanitairproducent Laufen. Onder de naam Save is het urinoir inmiddels verkrijgbaar. Omdat er een nieuwe afvoer nodig is voor de urine, is het toilet voorlopig alleen te gebruiken in nieuwbouwwoningen.

Verslag
Lotte Kristoferitsch is al een paar jaar full time bezig met deze ontwikkeling. Ze doet dit samen met Harald Gründl; een van de drie oprichters van EOOS. Hij was graag bij het interview geweest, maar dat lukte niet omdat hij zich voorbereidt op een ontmoeting met Bill Gates. Het is voor het eerst dat hij direct verslag zal doen aan de miljardair en hij wil niets aan het toeval overlaten.
De andere twee oprichters zijn wel aangeschoven aan de vergadertafel in hun ontwerpstudio in het centrum van Wenen: Gernot Bohmann en Martin Bergmann. Martin is het meest aan het woord tijdens het interview. Soms valt Gernot in. Vaak verduidelijkt hij iets, of voegt hij een mooi detail toe, maar even vaak maakt hij een gevatte opmerking, waarop Martin dan reageert met een hard lachsalvo. Vaak duurt zijn bulderende lach zo lang, dat ook Gernot bijvalt.
Het is precies 25 jaar geleden dat het drietal hun ontwerpstudio oprichtte, maar ook daarvoor kenden ze elkaar al. Ze ontmoetten elkaar zo’n dertig jaar geleden, tijdens een toelatingsexamen voor de Hogeschool van Wenen. In totaal waren er 150 inschrijvingen voor de prestigieuze masterclass-opleiding van architect Paolo Piva, maar er zouden maar zes studenten worden toegelaten tot de vijf jaar durende masterclass.

Bizar
“Toevallig stond Gernot voor me, en Harald achter me”, vertelt Martin Bergmann over de andere twee oprichters.” We raakten aan de praat en toen we na de zomer op school kwamen, waren we stomverbaasd om elkaar te zien. Best bizar dat drie van de zes toegelaten studenten bij elkaar stonden in een rij van 150 kandidaten.”
Samen doorliepen ze de opleiding en eenmaal a­fgestudeerd begonnen ze een eigen bureau. Zoals veel beginnende ontwerpstudio’s hadden ze het lastig in de beginjaren. Er zijn zelfs momenten geweest waarop ze wilden stoppen. Maar toen klopte meubelbedrijf Walter Knoll aan. Het drietal ontwierp een sofa en later volgden nog tientallen andere meubels.
Ongeveer gelijktijdig kwamen ze bij toeval in contact met Armani en kregen ze het verzoek om een aantal Europese winkels voor het modehuis in te richten. Niet veel later volgde Adidas en ineens had het drietal budget om uit te pakken met productdesign. Ze maakten meubels, maar ook de bijzondere Bulthaup b2-keuken en eenmalige projecten zoals het wijnglas dat Alberto Alessi gebruikt om zijn exclusieve wijnen meer cachet te geven.

Wortels
Waar mogelijk ontwerpen ze op ­basis van hun ‘poetical analysis’. Het komt erop neer dat ze een project niet alleen vanuit het heden bekijken, maar eerst teruggaan naar de wortels ervan in het verleden, die vaak nog ouder zijn dan de geschiedenis van de opdrachtgever. Als ze een douche moeten ontwerpen, vragen ze zich bijvoorbeeld af hoe mensen zich in de middeleeuwen wasten. Vandaaruit ontstaat een beeld waarop ze voortborduren. Soms wordt het eindproduct een een-op-een weergave van dit beeld, maar even vaak is het een vertrekpunt.

Ook op veel van hun wellnessproducten voor Duravit passen ze deze bandering toe. Denk aan de Inipi-sauna, waarvan de vorm is gebaseerd op de zweet­hutten die kolonisten vanuit Azië meenamen naar Noord-Amerika. Of de Duravit Stonetto; een krasvrije douchevloer met een lichte uitholling, waardoor het oogt alsof het douchewater de vloer heeft uitgesleten, zoals bij stenen in een rivier.
Bijzonder is ook het ‘douche+bad’ dat ze voor Duravit ontwierpen: een luxe inloopdouche met een onzichtbaar deurtje. Als je dat opent, verandert de inloop­douche in een bad. Hierdoor kunnen ook mensen met een kleine badkamer voortaan genieten van de voordelen van een bad en inloopdouche.

“Dat is een van de belangrijkste uitdagingen”, vertelt Bohmann. “Als je een villa hebt met veel ruimte, dan is het eenvoudig om wellness te creëren. Maar de meeste mensen wonen in de stad, waar ruimte steeds schaarser wordt. Daarom is het voor ontwerpers interessanter om na te denken hoe je wellness en luxe schept op een klein oppervlak. Dat wordt steeds belangrijker. Al valt dat natuurlijk in het niet bij ons toilet voor de Bill & Melinda Gates Foundation. Daarmee hopen we echt een verschil te maken.”
Bohmann begint te glimlachen. “Weet je waaraan ik ineens moet denken?’, vraagt hij. “Je had het net over wellness voor mensen. Maar dat toilet van ons is geen wellness for man. Dat is wellness for mankind.”
Bergmann kijkt hem aan. Niet veel later volgt een hard lachsalvo.