designers

Koen Ducatteeuw

Oneindige variatie in één familie

Detremmerie behoort tot het steeds korter wordende lijstje met West-Europese badkamermerken dat in eigen land produceert. Zowel zakelijk als creatief wordt het bedrijf geleid door Koen Ducatteeuw: “Als ik het niet mooi vind, komt het er niet in.”

Zandkleurige vrijstaande baden, badkamerkasten met gebogen deurtjes, waskommen van gerecyclede bierflesjes. Ze worden afgewisseld met elegante douchevloeren, strakke kolomkasten en spiegels in organische vormen. Marmer, fineer, porselein en glas. Enorme variatie, maar wel binnen één uitgebalanceerde, hedendaagse familie. Vrijwel alle producten in de Detremmerie showroom in het Vlaamse Beveren-Leie kunnen met elkaar worden gecombineerd en zijn leverbaar in diverse afmetingen en kleuren. “In totaal hebben we 400.000 producten”, rekent CEO Koen Ducatteeuw voor. “Zie het als een modulaire blokkendoos, waarmee de consument oneindig kan variëren en spelen.”
Ducatteeuw begon als showroomverkoper bij Detremmerie, maar werkte zich op tot CEO. Inmiddels heeft de Belg alle touwtjes in handen. Hij kent ieder personeelslid en ieder hoekje van de fabriek. Productieprocessen kennen geen geheimen en resultaten van verkopers kan hij moeiteloos opdreunen. De producten in de showroom zijn vrijwel allemaal door hem zelf en zijn team ontworpen. Of zoals hij het zelf verwoordt: “Als ik het niet mooi vind, komt het er niet in.”

Bedrijfshistorie 
De badkamerproducten worden in de fabriek onder de showroom gemaakt. Daarmee behoort Detremmerie tot het steeds kortere lijstje West-Europese badkamermerken dat in eigen land produceert. Het fabriekspand is tijdens eerdere uitbreidingsgolven met het bedrijf meegegroeid,
waardoor het een deel van de bedrijfshistorie prijsgeeft. Niet de vooroorlogse jaren waarin opa Detremmerie zijn meubels timmerde in het nabijgelegen dorp. Ook niet de eerste keukens waarmee het bedrijf succesvol was voordat het zich puur op badkamers ging richten. Wel andere details, van periodes na 1979, zoals het plafond van de eerste fabriekshal, waar het hout verweerder is. De ruimte werd gebouwd toen Detremmerie nog een familiebedrijf was en de tweede generatie naar het huidige Beveren-Leie verhuisde. In de middelste hal worden de plafonds lichter. De aanbouw ontstond in de jaren ’90 toen de voorgangers van Ducatteeuw besloten om meer gebruik te maken van machines om opgewassen te blijven tegen de concurrentie uit het buitenland. In het achterste gedeelte van de fabriek zijn de muren opvallend wit en is het hout in het dak relatief vers.
Tweewekelijkse cyclus “Omdat de collectie modulair is, produceren we pas als we iets hebben verkocht”, legt Koen Ducatteeuw uit. “We hanteren daarbij een tweewekelijkse cyclus. De eerste twee weken besteden we aan de voorbereiding; we verzamelen de materialen en wat niet op voorraad is, wordt besteld in Europa. Daarna hebben we twee weken om te produceren en te assembleren. Hierdoor is alles in vier tot zes weken leverbaar. Behalve in de zomer, als de fabriek een maand sluit.”
Ducatteeuw trad in 1994 in dienst. Hij was toen 26, had marketing en bedrijfseconomie gestudeerd en nog nooit een serieuze baan gehad. Dat hij dingen wilde verkopen stond vast, maar zelf dacht hij meer aan auto’s of kleding. Maar omdat zijn militaire dienst nog niet voltooid was, begon hij bij Detremmerie, in het dorp naast zijn geboortegrond. Hij startte in de showroom, maar al snel mocht hij als vertegenwoordiger de weg op. Later werd hij benoemd tot verkoopdirecteur en toen de laatste erfgenaam het rustiger aan wilde doen, werd hij de eerste CEO met een andere achternaam.

Keuzevrijheid 
Zijn visie op de collectie werd voor een deel gevormd toen hij nog sales deed: “Ik vond het lastig om uit te leggen dat we producten niet op maat konden maken. Daarom heb ik dat losgelaten en gestuurd op een modulaire collectie. Ieder wastafelkastje kun je bij ons in 40, 45 en 50 cm diepte krijgen. Sommige bladen kunnen we zelfs per centimeter zagen. Ik streef naar zo veel mogelijk keuzevrijheid voor klanten, zolang ik het zelf maar mooi vind.”
Ideeën voor nieuwe ontwerpen ontstaan meestal als hij rondrijdt in zijn Porsche: “Het veranderende landschap werkt inspirerend, en wanneer ik langs een huis rijd, vraag ik me af wat voor badkamer daar het beste in zou passen. Zo ontstaan ideeën die ik vervolgens met de hand of op de computer uitwerk, voordat ik het in de fabriek bespreek. De eerste jaren waren dat soms pittige gesprekken, maar inmiddels weet ik op voorhand wat we wel en niet kunnen maken.”

VT Wonen
De CEO trekt aan een koord. Weer schuift er een roldeur omhoog. De machines en lopende banden maken plaats voor pallets met dozen. Ze zijn in afwachting van hun eindbestemming. Veruit de meeste pallets gaan naar Nederland, waar de omzet het hoogst is, gevolgd door thuisland België en Luxemburg. Sinds kort exporteert Detremmerie ook naar Frankrijk. Over uitbreiding naar Duitsland wordt gesproken.
“Qua smaak en budget zijn er behoorlijk veel verschillen”, vertelt de CEO. “Nederland koopt kleiner, maar duurder dan België. Frankrijk is door haar omvang diverser. Qua smaak, maar ook qua koopkracht. Maar daar houd ik bij mijn ontwerpen geen rekening mee. Het is niet mijn ambitie dat Frankrijk de helft van de omzet wordt. Een kleine hap in de regio’s Parijs en het Zuiden is voldoende. Het is vooral een strategische keuze om beter bestand te zijn tegen schommelingen in nationale economieën van de Benelux.”
Op sommige pallets staan dozen zonder branding van Detremmerie. Ze kennen afwijkende namen en logo’s. Het gaat om private labels. Een deel van de collectie wordt namelijk ook onder andere namen verkocht door merken als Plieger, vt wonen, Galvano en THG. Samen vormen de private labels een relatief klein deel van de omzet, maar toch vervullen ze Koen Ducatteeuw met trots: “In Nederland geldt vt wonen nog steeds als de interieur-bijbel. Als zo’n merk jouw spullen onder eigen naam wil uitbrengen, doe je blijkbaar iets goed.”