designers

Patricia Urquiola

‘Canvas met huidkleurige, aardse tinten’

Met haar Duravit Balcoon-serie benadrukt Patricia Urquiola dat ook het middensegment bijzonder stijlvol kan zijn. Zeker als je het combineert met de juiste kleuren: ‘Het idee was om het traditionele witte canvas te veranderen in een canvas met huidkleurige, aardse tinten.’

De zandkleurige ronde waskom torent subtiel boven de vierkante basis uit. De toplaag van het antracietkleurige meubel is breder dan de lades, waardoor het eroverheen lijkt te hangen. De ovale badrand steekt uit. Wie naar de nieuwe Duravit-collectie van Patricia Urquiola kijkt, ziet hoogteverschillen, oversteken en gelaagdheid. Geen wonder dat de collectie de naam Balcoon draagt. Geen vierkante blokken, maar speelse vlakken die overhangen zoals een balkon uit een appartement of woontoren kan steken.
“Het was een bewuste keuze”, blikt Patricia Urquiola terug: “Duravit zag ruimte in het middensegment en vroeg mij een project te ontwikkelen dat interesse kon wekken en het gesprek over dit specifieke productgebied kon verbreden. Duravit zocht een eenvoudige en toegankelijke vormtaal, maar met karakter en herkenbaarheid. Het doel was om nieuwe energie en een zekere identiteit te brengen in het middensegment, dat vaak meer functioneel dan expressief is. De serie breekt met het beeld dat badkamermeubels in het middensegment vaak simpele blokken zijn. De vormtaal en het harmonieuze kleurgebruik van Balcoon zouden zelfs passen in andere ruimtes in de woning.”

Cilinder en kubus
“Het project ontstond uit het stapelen van twee kartonnen modellen”, vervolgt de ontwerpster. “Een cilindervorm en een kubusvorm. Vervolgens hebben we kleine verschuivingen aangebracht, de vormen verlengd en gespeeld met perspectieven om een architectonisch geheel te creëren dat binnen een betaalbare prijsklasse past. Alle elementen zijn gebaseerd op deze dubbele geometrie van een cilindervorm en een kubusvorm. Het zijn zeer gecontroleerde objecten qua volume, maar met een spel van verhoudingen.”
Het begon met de wastafel. De kubus leverde de vierkante basis en de cilinder zorgde voor een licht overhangend, cirkelvormig bovendeel. Maar ook het meubilair speelt met oversteken. Soms steken de elementen iets uit, soms zijn ze kleiner. En op de frontpanelen zit reliëf. Ook het bad kent een opvallend hoogteverschil. De serie wordt gecompleteerd met toiletten en bidets die qua vormtaal voortborduren op de waskommen. De kranen kunnen zichtbaar of verborgen worden geïnstalleerd en zijn leverbaar in de kleuren chroom, matzwart en geborsteld staal.

Terracotta
Zoals de ontwerpster al kort aanstipte, speelt kleur een essentiële rol binnen het ontwerp. Volgens haar kun je de kleurkeuze alleen begrijpen door naar de samenhang van kleur en vormtaal te kijken: “De grootste uitdaging was om de collectie een duidelijke identiteit te geven, zodat ze spreekt zonder te overdrijven. Door materialen hun eigen zeggingskracht te geven en kleur en textuur terug te brengen in het middensegment, dat jarenlang werd gedomineerd door wit minimalisme.”
“We hebben drie verschillende kleuren geselecteerd en een reeks vormen die eindeloze personalisatie mogelijk maken”, vervolgt ze. “Het idee was om het traditionele canvas van witte keramiek te veranderen in een huidkleurige, aardse tint, zodat de sanitaire objecten meer diepgang krijgen. De nieuwe terracottakleur ‘clay terra’ vormt de centrale kleur van de serie. Het kleurenpalet van de meubels varieert van wit tot warme bruintinten en antraciet.”

Milaan 
Het is de eerste keer dat Patricia Urquiola een collectie maakt voor Duravit, maar nieuw in de wellnesswereld is ze niet. Naast een jarenlange relatie met Agape ontwierp haar studio ook voor het Zwitserse Laufen, het Duitse Axor-Hansgrohe en het Italiaanse Salvatori.
Urquiola groeide op in Spanje en studeerde architectuur en design in Madrid. Professioneel werd ze vooral gevormd in Italië. Ze studeerde af aan de Politecnico di Milano onder leiding van Achille Castiglioni. Na haar afstuderen werkte ze met Vico Magistretti bij De Padova en later was ze hoofd van de designafdeling bij Lissoni & Partners. In 2001 begon ze samen met haar partner Alberto Zontone een eigen studio in Milaan, gespecialiseerd in industrieel productontwerp, architectuur, art direction en strategisch advies.
De afgelopen 25 jaar werkte ze voor vele toonaangevende merken, waaronder Louis Vuitton, Ferrari, Alessi, B&B Italia, De Padova, Glas Italia, Molteni en Boffi. Haar werk is te zien in gerenommeerde kunst- en designmusea, waaronder het MoMA in New York en het Victoria & Albert Museum in Londen. Ondertussen verrijzen haar interieur- en architectuur-projecten in heel Europa. Denk aan Hotel Il Sereno aan het Comomeer, de Marienturm en Marien-forumtorens in Frankfurt en het Mandarin Oriental Hotel in Barcelona.
Misschien dat het valse bescheidenheid is, maar zelf benoemt ze vooral haar samenwerkingen met oude leermeesters als hoogtepunten van haar carrière. In het bijzonder haar rol als assistent-docent van Achille Castiglioni en Eugenio Bettinelli in Milaan en Parijs. En haar samenwerking met de Italiaanse industrieel ontwerper en architect Vico Magistretti voor De Padova.

Biogebaseerde materialen
Haar studio telt meer dan zeventig werknemers. Een deel komt uit de hoek van productontwerp, textielontwerp of modelbouw, maar de meesten hebben een achtergrond in architectuur of interieurontwerp.
Al zijn die scheidslijnen volgens Urquiola soms fluïde: “Ik hou ervan om van grote naar kleine schaal te schakelen, maar mijn studio heeft een bijna rhizomatische structuur, die zich horizontaal ontwikkelt. De teams voor architectuur en design werken nauw samen en op een verweven manier. Vaak vind ik oplossingen voor architectuur terwijl ik aan een designproject werk, en andersom.”
“Je carrière plannen heeft geen zin”, zegt ze, als haar wordt gevraagd of ze nog designdromen heeft. “Neem mij maar als voorbeeld. Ik wilde vroeger arts worden, maar stopte na een jaar met mijn studie geneeskunde. En daarna heb ik nog een jaar filosofie gedaan, maar dat heb ik ook niet afgemaakt. Als ik terugkijk, heb ik eigenlijk niets bereikt van wat ik vroeger wilde bereiken. Dus als ik me daarop had gefocust, was ik nu misschien wel ongelukkig geweest.”
“Ik ben vooral geïnteresseerd in hoe processen zich ontwikkelen en hoe materialen nieuwe manieren van denken kunnen openen”, vervolgt ze. “Wat me nu fascineert, is werken met nieuwe, biogebaseerde materialen en die te verkennen. Objecten die zichzelf kunnen afbreken en opnieuw vormen, die een nieuw leven aannemen. Geen industriële producten, maar materialen die ‘gekweekt’ worden als levende organismen. Ik volg met belangstelling wat er gebeurt in vakgebieden als geneeskunde en mode, waar de experimentele ruimte groter is en minder vastligt in formele conventies. Daar wordt al gewerkt met bioplastics, biofabricatie en responsieve materialen. Ik ben blij dat design ook die richting op gaat.”