Dorte Mandrup
Onvervangbare plaatsen
Deze maand wordt in Lauwersoog het WEC geopend, het Wereld Erfgoed Centrum Waddenzee. Dit is het nieuwe onderkomen van Zeehondencentrum Pieterburen – maar ook een bezoekerscentrum en plaats voor wetenschap, kennis en educatie, onderzoek naar de Waddenzee en het behoud ervan. De Waddenzee heeft een uitzonderlijk ecosysteem en is binnen Nederland het enige natuurlijke Unesco-werelderfgoed. Deze status biedt belangrijke bescherming, en als nieuw centrum is er ook niet zomaar wat neergezet.
Het ontwerp is van Dorte Mandrup, de Deense architect die bekend is om haar innovatieve en duurzame aanpak. Ze heeft het WEC opgetrokken uit hout dat bestand is tegen de ruige wind van Lauwersoog. In gevels en isolatiemateriaal zijn hernieuwbare bio-based materialen gebruikt. Circulair, met koperslakblokken en voormalige sluisdeuren, en in de akoestische plafondafwerking zitten gerecycleerde spijkerbroeken.
Door glas met verticale lamellen wordt daglicht optimaal gebruikt, zon geweerd en ’s nachts lichtvervuiling tegengegaan. Voor de zeehondenbaden wordt vers water uit de Waddenzee ingenomen tijdens vloed. Een geavanceerde waterzuiveringsinstallatie maakt het water op een natuurlijke manier schoon, en houdt dat schoon; na afvoer is er geen ecologische impact.
Het WEC staat buitendijks en is, met oog op klimaatverandering, verhoogd. Er zijn trappen en hellingbanen, en ook door glasoppervlakken is de omgeving vanuit het gebouw overal zichtbaar – ook vanaf het dak. “Het is een uitdaging en een inspiratie geweest een plek te maken die de schoonheid en het leven van de Waddenzee viert in al zijn facetten,” zegt Dorte Mandrup tegen vakblad DVW. ‘En een uitdaging het formeel architecturaal te vertalen, maar tegelijkertijd informeel en uitnodigend”.
Dorte Mandrup zegt over het nieuwe centrum in Lauwersoog: “We wilden een ruimte maken die een diepere connectie voedt met deze belangrijke natuurlijke omgeving – vooral voor jongere generaties. Het was belangrijk een goede balans te vinden. Het gebouw moet op veel niveaus werken, als tentoonstellingsruimte en als veldstation. Bezoekers kunnen er de behandeling van zeehonden meemaken, en dat betekent dat je de rauwe, soms heel harde werkelijkheid van de natuur moet plaatsen naast het poëtische en fragiele landschap van de Waddenzee.”
Met haar team werd ze getroffen door het samengaan van het Lauwersmeer en de uitgestrektheid van de Waddenzee. Lauwersoog als plaats van transitie – dat gaf het idee 360 graden uitzicht te gebruiken als belangrijkste uitgangspunt in het ontwerp.
En de pieren en de aanmeersteigers inspireerden: “Het bij elkaar komen van de verticale houtstructuur en het horizontale van de zee. De relatie tussen land en water in Nederland is nogal uniek, en hoe daarmee wordt omgegaan. In het gebouw hebben we met ruimtelijk ritme willen inspelen op deze gelaagde context.”
Waddenzee Trilogie
De Deense architect bouwde acht jaar geleden ook al een Waddenzeecentrum in haar eigen land. Na het WEC in Lauwersoog werkt ze nu aan een derde vestiging, in het Duitse Wilhelmshaven. Deze drie centra worden de ‘Waddenzee Trilogie’ genoemd. Dorte Mandrup: “Hoewel al deze projecten zijn verbonden door hun relatie met de Waddenzee, zijn ze ieder heel anders door hun eigen unieke context en inhoud.” Het Waddenzee-bezoekerscentrum in West-Denemarken (2017) staat in een trekvogelomgeving met droogvallende platen. Het centrum is een aanpassing en uitbreiding van een al bestaand tentoonstellingsgebouw uit de jaren negentig. “Hier is de context bepaald door een vlak, horizontaal landschap, in lokale rurale stijl, en de Viking-geschiedenis. Toen we de plek zagen was de ogenblikkelijke gedachte een gebouw te maken dat uit het terrein groeit, om de nauwe band te benadrukken tussen gebouw en landschap.”
Dorte Mandrup koos er een bekleding voor van plaatselijk riet, een duurzaam materiaal dat alleen hoeft te worden gedroogd en geen verdere bewerking nodig heeft. De Vikingen gebruikten het al: het neemt zout op en de wind houdt het riet droog en vrij van schimmels. De architect verwerkte het in strakke, hedendaagse lijnen, als “relevant voorbeeld van innovatief gebruik van bio-based materiaal en heraanpassing van een plaatselijke ambacht”. Ook door robiniahout, dat door de tijd heen grijzer wordt, neemt het landschap het gebouw op: een van de grote specialiteiten van Dorte Mandrup.
Die gedachte zit eveneens achter het nieuwe centrum in Wilhelmshaven, waarin bestuurlijke organisaties van de Waddenzee zullen worden gehuisvest. “Hier werken we met een historische context, verbonden met een kustplaats die een belangrijke marinebasis was in Duitsland tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Een van de weinige overblijfselen van de marinegeschiedenis is de onwrikbare bunker op ons bouwterrein. Die hebben we opgenomen in het nieuwe gebouw.” Het is de compacte basis voor het in glas verpakte kantoorgebouw – met tentoonstellingsruimte, beschutte binnenplaats en dakterras. Op het buitenterrein komen plassen die zich in natter seizoen vullen met regenwater en bij droogvallen gebruikt kunnen worden voor recreatie en samenkomst.
Pragmatisch en onromantisch
Dorte Mandrup (1961) vestigde haar studio in 1999 in Kopenhagen. Ze had in eigen land eerst kort medicijnen gestudeerd, na een jaar keramiek en sculptuur in Amerika. Daarna stapte ze over naar architectuur, “een kans om mijn interesse in kunst, natuurwetenschap en sociale omstandigheden te combineren”. In 1991 studeerde ze af aan de Aarhus School of Architecture. Inmiddels veelbekroond, en in haar eigen woorden als humanist met een uitgesproken non-conformistische blik, noemt ze ‘onvervangbare plaatsen’ als specialisme. Die missie wordt op Mandrups website verder omschreven met: ‘Het bestaande benadrukken en nieuwe betekenis creëren, met artistieke grondslag en wetenschappelijk gereedschap. Pragmatisch en onromantisch. Doordrongen van context maar zonder melancholie’. Ze noemt het werken met onvervangbare plaatsen een ‘stimulerende worsteling’. In natuurgebieden moet fragiele ecologie worden gerespecteerd, in stedelijke omgeving historische gevoeligheden en oude betekenis.
Extreme omgeving
Ook ‘de zintuigelijke en emotionele ervaring van vorm en ruimte’ is onderdeel van elk project van de Deense architect. Haar studio presenteerde op een Biennale in Venetië een licht- en geluidinstallatie om bezoekers een indruk te geven van Groenland, waar Mandrup in een extreme omgeving ook een bezoekerscentrum heeft gebouwd. Dit Icefjord Centre in Ilulissat (2021) is ontworpen om het dramatische natuurlijke gebied te benadrukken, en de impact van klimaatverandering te illustreren: van een nabije gletsjer brokkelt zichtbaar ijs af. Ook dit centrum ligt in een Wereld Erfgoedgebied van Unesco, hier 250 kilometer ten noorden van de Poolcirkel. Het oppervlak waarop moest worden gebouwd hoort tot het oudste gesteente ter wereld en heeft een fragiele flora en fauna in een onbarmhartig klimaat. Dorte Mandrup zei dat de bouw van het bezoekerscentrum in Groenland een niet geringe uitdaging was. Het kreeg een aerodynamische vorm tegen sneeuwopbouw en werd van de grond getild, voor waterafvoer maar ook om de bodem te beschermen. Over het dak loopt een wandelpad met een magistraal uitzicht. De Deense architecte bouwt in arctisch gebied nu The Whale en Norrøna Lodge in Noorwegen, en het Nunavut Inuit Heritage Centre in Canada. Opening van deze drie projecten wordt in 2027 verwacht.
Bezoekerscentrum The Whale komt 300 kilometer ten noorden van de poolcirkel te staan, in Noorwegen op een locatie waar vaak migrerende walvissen worden gezien. Dorte Mandrup maakte voor dit gebouw een spectaculair ontwerp in de vorm van een walvis. Norrøna Lodge, aan de Noord-Noorse kust, is een natuurhotel in een landschap van bergen, valleien, stranden en fjorden. De opdracht ervoor werd gegeven door een gelijknamig adventure en outdoor merk. Het Nunavut Heritage Centre gaat de Inuit-cultuur vieren en ligt in de arctische wildernis in Canada. De vorm van het gebouw volgt de lijnen van het landschap, en het landschap beschermt het gebouw. Het dak van rots en turf wordt ook weer een uitzichtpunt.
Collectieve herinnering
Voor bouw in steden kijkt Dorte Mandrup even nauwkeurig naar context en ruimte. En naar de geschiedenis van een plek, en collectieve herinnering. Veel moeilijker dan het ontwerpen van het toekomstige Exile Museum in Berlijn kan een opdracht toch nauwelijks zijn. Hier stond een eeuw geleden de Anhalter Bahnhof, een groot station met verbindingen met heel Europa. Intellectuelen en kunstenaars uit de hele wereld arriveerden op dit station om in Berlijn deel te nemen aan de levendige, vernieuwende cultuur. In 1933 begon een zwart hoofdstuk. Om het naziregime te ontvluchten vertrokken hier honderdduizenden mensen, en werden bijna tienduizend joodse burgers gedeporteerd. Na de oorlog werd wat er nog over was van het station afgebroken, op de grote gewelfde toegang na. Er moet nu een museum komen, en Dorte Mandrup kreeg die opdracht. De oude poort laat ze staan, het nieuwe museum komt erachter; de toegang moet gaan herinneren aan aankomst en vertrek van iedereen die voorging. “Het is niet de bedoeling de oude stationshal te vervangen of te herbouwen”, zegt de architect. “Want het verleden kun je niet veranderen of herstellen. Maar je kunt wél de geschiedenis zichtbaar maken en een dialoog creëren tussen verleden en heden.”
Bronnen
Dorte Mandrup put uit veel bronnen. “Het meest ben ik beïnvloed door Japanse architectuur. Dit begon tijdens mijn studie in de jaren negentig, toen postmodernistische esthetiek floreerde. Ik nam toevlucht in de lichtere en poëtische Japanse architectuur – Toyo Ito, Itsuko Hasegawa, maar ook de historische architectuur.”
Haar kantoor met tachtig werknemers stuurt ze met de hele groep elke twee jaar op studiereis. Er zijn ook studiereizen voor kleinere delegaties. “Naar veel verschillende bestemmingen,” zegt haar medewerkster Cecilie Frydenland Nielsen. “Vrij recent bijvoorbeeld naar Portugal, Duitsland en België. Om inspiratie op te doen, uiteenlopende architectuur te zien, plaatselijke studio’s te bezoeken, materialiteit te bestuderen. Door op deze manier architectuur te ervaren, buiten het kantoor om, blijf je je ontwikkelen als architect.”
Veilig voelende boomhut
Een connectie met, en voor de omgeving. Een negentiende-eeuws industriegebouw in Kopenhagen, Jemtelandsgade in niet de beste buurt, verbouwde Mandrup tot gemeenschaps- en cultureel centrum. Onderdeel van verbetering van de wijk, en het resultaat wordt de mooiste publieke ruimte van Kopenhagen genoemd. De architect zette er een nieuwe uitbreiding op verspringende betonnen pilaren, ‘als een soort veilig voelende boomhut,’ zegt de studio zelf, als democratisch buurtcentrum. Er wordt vergaderd, opgetreden en er is kindertheater. Op de begane grond zit nu ook een bibliotheek en café.
Jemtelandsgade stamt uit 2001, de tijd van Mandrups innovatieve transformaties van onder andere de Seaplane Hangar in Kopenhagen (2001), de Jaegersborg Watertoren (2006) en The Crystal in Kopenhagen (2006). Nu respectievelijk werkruimte van de Deense kunstacademie, studentenaccommodatie en sportcentrum. Oud en nieuw combineerde de Deense architect ook in een -achtereenvolgens- vroegere bierhal/ballroom/nachtclub: het Valencia-gebouw, erfgoed in Kopenhagen. Haar oeuvre omvat ook woningbouw.
Dorte Mandrup doceert en bekleedt vooraanstaande posten in binnen- en buitenland. Haar werk is veelbekroond – onder andere met de prestigieuze Nykredit Architectuur Prijs en de C.F. Hansen Medal, de hoogste onderscheiding in Deense architectuur.
Info:
rohmer.nl