Nicholas Grimshaw
‘De designer moet met de oplossingen komen’
De Londense Grimshaw Architects spelen een grote rol op Expo Dubai, de wereldtentoonstelling die dit najaar opent. Door de pandemie later dan de bedoeling was, maar het spektakel is er niet minder om. Zeker ook het architecturale spektakel. De leiders van het Arabische emiraat begrepen jaren terug al het belang van hedendaags design, ook om te diversifiëren naast hun olie. Cultuurimport volgde en de uit de woestijngrond gestampte, extravagante skyline liegt er niet om. De grootste Europese architecten hebben er hun vlag geplant, Foster, Calatrava, Atkins, Zaha Hadid en ook OMA bijvoorbeeld.
De expositie nu, op een terrein van 438 hectare, is voor Dubai de kers op de taart: een bevestiging als wereldspeler, en een magneet voor investeerders. Het is ook een speeltuin voor architecten. Eerdere wereldtentoonstellingen leverden legendarisch geworden constructies op, zoals de Eiffeltoren en Crystal Palace. Aan Expo Dubai doen bijna 200 landen mee, veel met eigen paviljoen. Nederland stuurde een ontwerp van bureau V8.
Zeer prominent is het Britse paviljoen van Grimshaw. Het heet Terra-The Sustainability Pavilion en is zelfvoorzienend met ruim 1000 zonnepanelen op een reusachtig, futuristisch dak, omringd door 18 ‘energiebomen’ die de stand van de zon volgen. Het dak wordt ook gebruikt voor schaduw en verkoeling, en oogst water uit de lucht. Duurzaamheid is een van de hoofdthema’s op de wereldtentoonstelling, iets waar Grimshaw expert in is. Een zelfvoorzienend gebouw in de woestijn is technisch gezien een enorme uitdaging, zeggen de Londense architecten. “Maar zo moeten alle gebouwen in de komende tien jaar worden gebouwd.”
Sir Nicholas Grimshaw staat bekend om zijn high-tech architectuur, in de twintigste eeuw de invloedrijke en laatste grote architectuurstroom die ook door Norman Foster, Richard Rogers en Renzo Piano werd omarmd. Grimshaw stichtte zijn studio in 1980. Het zou in 2007 een wereldwijd actieve partnership worden, nu met 650 werknemers en vestigingen in Londen, Parijs, Dubai, Amerika en Australië. Het portfolio omvat architectuur, planning en industrieel ontwerp voor alle sectoren, bekroond met talloze grote design awards. Nicholas Grimshaw werd in 2002 tot ridder geslagen en ontving voor zijn oeuvre de Britse RIBA Gold Medal, de hoogste Engelse architectuuronderscheiding (2019). Hetzelfde jaar trad hij terug als aanvoerder van zijn bedrijf, hij is nu nog partner.
Meccano
Grimshaw werd in 1939 in Zuid-Engeland geboren als zoon van een kunstenares en vliegtuigingenieur. Zijn grootvader was als bouwkundig ingenieur betrokken bij dambouw in Egypte. Zijn andere grootvader, arts, speelde een rol bij het verwezenlijken van riolering in Dublin. Als jongen was Nicholas veel bezig met Meccano, en met vrienden bouwde hij boomhutten. De middelbare school voltooide hij niet, maar tijdens een bezoek aan Schotland werd hij op de Edinburgh School of Art gegrepen door architectuur. Daarop studeerde hij in 1965 af in Londen.
Hij zou vijftien jaar werken met de Britse architect Terry Farrell, en deelde met hem het kantoor van Archigram van radicaal denkende architecten. Vroege projecten waren in de voorhoede van aanpasbare huisvesting en industrieruimte. “Ik heb voorgesteld dat als architecten een ontwerpvoorstel indienen, ze gevraagd zouden moeten worden om suggesties hoe het in de toekomst ook voor andere dingen kan worden gebruikt,” zei Grimshaw later tegen Dezeen. Dit architectuurtijdschrift schreef in 2019 over hem: “Zijn gebouwen vertellen het verhaal van een man die net zoveel houdt van engineering als van architectuur – een architect die fanatiek is over constructie.” Met infrastructuur, functionaliteit en flexibiliteit als kern. Zijn firma werd in 2016 en 2018 uitgeroepen tot International Practice of the Year (Architects Journal AJ100).
Spaanse hitte
In Dubai nu dus een klapper, maar al eerder maakte Nicholas Grimshaw furore op een wereldtentoonstelling, met het Britse paviljoen in Sevilla (1992). Een jaar later creëerde hij de overkapping van Waterloo Station in Londen en in 2001 het beroemde Eden Project in Cornwall. Het tijdelijke gebouw voor Sevilla was een soort bouwpakket en had al vooruitlopende oplossingen voor energie-efficiëntie en bescherming tegen de extreme Zuid-Spaanse hitte, met een 65 meter lange watergevel en een zijmuur met gevulde watercontainers als schild. Zonnepanelen leverden de energie voor de waterpompen, en zeilen op het dak beschermden verder tegen de hitte en filterden het licht. Grimshaw: “Sevilla is ontzettend heet. Toch wonen er al honderden jaren mensen in huizen met dikke muren die de hitte buiten houden. Gebouwen voor een wereldtentoonstelling worden in de zomer echter koel gehouden door een enorm airconditioningverbruik. Wij wilden laten zien dat je zo’n ongelooflijk hete locatie economisch en ecologisch kunt aanpakken en een modern gebouw koel kunt houden met moderne materialen. En het werkte. We kregen de prijs voor het gebouw dat tijdens de zes maanden van de Expo de minste energie had verbruikt.”
Het paviljoen in Sevilla was een grote publiekstrekker. Grimshaw met een lachje: “Ook door de 50 meter lange bar waar in de koelte Engels bier werd getapt.” Maar het gebouw zette de toon. Grimshaws team was zich toen al, dertig jaar geleden, terdege bewust van het enorme energieverbruik van gebouwen. “Dus als iemand met oplossingen moet komen is het de architectuur- en designgemeenschap.”
Heroïsch
Grimshaw brak op wereldniveau door met de nieuwe internationale eindhalte op Waterloo Station in Londen (1993). Een jaar na Sevilla, en een jaar vóór de Kanaaltunnel openging en Londen Europa wilde ontvangen in een heroïsche setting, een hedendaagse
variant van de overdadige stationsgebouwen die ruim een eeuw geleden werden gebouwd in het Victoriaanse tijdperk. Dat was puur show en Brits machtsvertoon.Grimshaws als een slang kronkelende glazen overkapping, met zicht op de wereldstad, is monumentaal. Inspiratie was het glazen dak van het in Londen zo geliefde en iconische Crystal Palace. Door de kronkelvorm met peperdure glaspanelen die allemaal verschillend zouden moeten zijn in maat, dreigden de kosten voor Waterloo Station eerst gigantisch uit de hand te lopen. Grimshaw vond echter een veel simpeler oplossing. Alle glaspanelen kregen dezelfde maat en zijn rechthoekig, maar werden als visschubben, elkaar overlappend, bevestigd aan de blauwstalen structuur.
Dit bleek het geniale antwoord op uiterst complexe bouwgegevens, legt Grimshaw-partner Andrew Whalley uit. ‘Waterloo is heel mechanistisch, heel simpel in de uitvoering, alles is gemaakt uit rechthoeken. Het toont dat je daadwerkelijk een rationele, simpele structuur kunt gebruiken voor een complexe, organische, buigende, bijna natuurlijke vorm.’ International Terminal Waterloo werd als gebouw van het jaar door RIBA bekroond, de belangrijkste Britse architectuurprijs. Ook met de Mies van der Rohe Award, de Europese prijs voor architectuur. Nicholas Grimshaw zou blijven zeggen dat Waterloo zijn belangrijkste project is geweest.
Eden en varianten
Terwijl er nog zoveel zouden volgen. Het ecologische Eden Project in Cornwall (2001) baarde opzien en zou navolging krijgen tot aan de andere kant van de wereld. Net zoals zijn high-tech vakgenoot Norman Foster is Grimshaw een fan van Buckminster Fuller, de Amerikaanse architect en futurist die de moderne koepelstructuur populair maakte. Grimshaw paste het principe toe in een kleigroeve in Cornwall: hij zette er vier bubbels neer, ‘Biomen’, met klimaatbeheersing en vijfduizend plantensoorten. Times noemde het ‘het achtste wereldwonder’ en meteen in het eerste jaar kwam er meer dan een miljoen bezoekers. Het Eden Project is steeds verder uitgebreid, richt zich sterk op educatie, is toonaangevend en inspireert internationaal. In Dubai op de World Expo heeft het Eden Project nu ook bijgedragen aan het landschapsontwerp rond het Terra-paviljoen.
Hoewel de vraag er zeker was, heeft Grimshaw het Eden-design niet zomaar elders in de wereld willen kopiëren. Maar nu komen er varianten. China Eden in Qindao moet in 2023 klaar zijn met het grootste overkoepelde regenwoud ter wereld. In Oman komen twee Biomen op 420 hectare met de grootste botanische tuin op het Arabische schiereiland. Er zijn plannen voor Australië en Costa Rica, en een Earthpark in Doha, Qatar. In het Verenigd Koninkrijk zelf komen meer Eden Projects: in Lancashire, Noord-Ierland en Schotland. In een andere externe vormgeving, maar wel gebaseerd op hetzelfde gedachtengoed. De wereld is in gevaar, bedenk oplossingen.
Haaien, vliegvelden, stations
Grimshaw Architects bouwen voor ‘alle sectoren’. Dus ook een Space centrum in Leicester (2001), de renovatie van de spa van het Engelse Bath, met een vanuit de lucht gezien opzienbarend bad op het dak (2006), en een Disney voor de Chinezen: Tomorrowland in Sjanghai (2016). Ook een wetenschapsmuseum in Miami, het Phillip and Patricia Frost Museum of Science (2017), met planetarium en een aquarium waarin de haaien boven de hoofden van de bezoekers zwemmen.
Ondertussen bouwt Grimshaw links en rechts aan vliegvelden en uitbreidingen van bestaande vliegvelden. Voor Shenzhen Airport (China, 2021) met de natuurlijke vorm van de mangroveboom als symbolisch uitgangspunt voor de transporthal. Die boom absorbeert veel koolstof, en heeft voor de stad een speciale betekenis. De hal zelf is energie-efficiënt. De uitbreiding van Heathrow zien de Londense architecten voor zich met een welvend dak dat weer doet denken aan de Biomen. In Sint Petersburg paste Grimshaw in 2014 het ontwerp van het dak van Pulkovo Airport aan de kleuren van de stad aan (goud), en aan de zware vorst en sneeuwval. “We staan bekend om onze expressieve structuren”, zei een van de partners. In het ontwerp zijn ijskristallen terug te zien.
Na Waterloo heeft Grimshaw meer stations aan-gepakt. In Engeland, Canada, Amerika, Australië en ook in Nederland. De Britse architect nam voor ons het Bijlmer ArenA Station (2007) onder handen. Zijn ontwerp beoogde twee uiteenlopende werelden met elkaar in verbinding te brengen en is wel een keerpunt genoemd voor de Bijlmer. Grimshaw besloot dat er licht, overzichtelijke ruimte en warmte nodig was om treinreizigers, voetgangers en fietsers een veiliger gevoel te geven in de tunnel onder de acht sporen door. Geen enge donkere hoekjes. Dit bereikten de architecten met een groot open ‘plaza’-concept op de begane grond, en met lange daglichtkanalen en -ongebruikelijk op stations- hout tegen de stalen overkapping boven de perrons. Hout voor het menselijke gevoel zou op die manier later ook worden ingezet in een groot busstation in Stoke-on-Trent (2013), in Grimshaws thuisland. Bijlmer ArenA werd voorgedragen voor de Engelse RIBA architectuurprijs.
IJburg
Grimshaw bouwt voor ons land ook bruggen: voor IJburg in Amsterdam. Over de eerste brug, de Enneüs Heermabrug (2001), zegt Projectbureau IJburg dat die al een symbool is voor het district. Begin volgend jaar wordt gestart met de bouw van twee nieuwe bruggen. De langste van 90 meter met toegang tot het Strandeiland, waarop 8000 woningen moeten komen, met een strand van 750 meter. Er komt ruimte bij die ondernemers kunnen gebruiken voor activiteiten op het water en het strand. Voor kleine dieren zoals egels worden voorzieningen ingebouwd om veilig over te steken, en er zal nestgelegenheid zijn voor vleermuizen en vogels. Grimshaw werkt hiertoe nauw samen met stadsecologen van Amsterdam, en nationale deskundigen.
Info:
grimshaw.global