starchitecten

Santiago Calatrava

Bouwen met vleugels

Het UAE Pavilion van de Verenigde Arabische Emiraten is een van de paviljoens die permanent blijft staan nu de World Expo in Dubai is volbracht. Het gebouw van 15.000m2, met auditorium en tentoonstellingsruimten, wordt een cultureel centrum. Afbreken zou ook ondenkbaar zijn: het werd door de opdrachtgevers op voorhand al ‘een van de grootste iconen van de wereldtentoonstelling’ genoemd.
De beroemde Spaanse architect Santiago Calatrava leverde het ontwerp; hij won de competitie waaraan ook andere bekende namen hadden meegedaan. Calatrava verwerkte de vorm van een traditionele bedoeïnentent in het gebouw, en extern ook een vogelvorm – van een valk, de nationale vogel en een belangrijk symbool voor de leiders. Sjeik Zayed, in de twintigste eeuw grondlegger van de Emiraten, zette de valkenjacht in als middel om woestijnstammen te verbinden en zo een nationale identiteit te creëren. Calatrava’s vogel staat nu voor ‘het verbinden met de geest van de wereld’. Dat was ook het ambitieuze thema van de machtige mannen achter de Expo: ‘Connecting Minds, Creating the Future’, met Dubai als globaal contactpunt.
Spectaculair detail: de 28 ‘vleugels’ op het dak kunnen bewegen en binnen drie minuten een positie innemen tussen de 110 en 125 graden. Als de vleugels open zijn, slurpen zonnepanelen zonne-energie op. Als ze dicht zijn worden de panelen beschermd tegen regen en zandstormen. Het paviljoen kreeg het LEED Platina-kwaliteitslabel voor duurzaam ontwerp – duurzaamheid was een hoofdthema op de wereldtentoonstelling. Calatrava ontwierp voor het Emiraat ook een gigantische wolkenkrabber, de Dubai Creek Tower – maar de bouw hiervan is tijdens de pandemie opgeschort.

Calatrava is als architect, ingenieur en beeldhouwer altijd op zoek naar de grenzen van het architectonisch bereikbare. Hij heeft spectaculaire infrastructurele bouwwerken op zijn naam, kunstzinnige en technisch hoogwaardige iconen. De wereld is ook bezaaid met tientallen Calatrava-bruggen. Nederland heeft er een paar, in de Haarlemmermeer. Bij ons zijn het markante, witte tuibruggen over de Hoofdvaart: Harp, Citer en Luit (1999-2004). Die waren omstreden door de hoge kosten, en door het formaat. Veel te extravagant, vonden velen, en te groot over die relatief smalle vaart. Calatrava’s projecten leiden wel vaker tot dit soort controverse. Door zijn eigen stijl werkt hij alleen, met bureaus die volledig in zijn dienst staan. [Tien hedendaagse architecten/Vrije Academie].
Santiago Calatrava Valls (1951) werd geboren in Valencia als zoon van een landbouwexporteur. Zijn familie had een indrukwekkend huis in de heuvels, met grote kamers. Dat was een inspiratie en de reden, zei de Spaanse architect later, dat hij blijvend zou worden aangetrokken door grote projecten en grote ruimten. [Santiago Calatrava Biography, www.notablebiographies.com]. Zijn vader hield van kunst en nam Santiago mee naar het Pradomuseum in Madrid. Op zijn achtste kreeg hij al kunstlessen. Zijn familie, die in het Spanje van dictator Franco een zware tijd had gehad, moedigde de buitenlandse ervaringen van hun zoon aan.
Hij was al eens in Parijs geweest dankzij een uitwisselingsprogramma van school, toen hij er op zijn zeventiende terugkwam om naar de kunstacademie te gaan. Hij wilde kunstenaar worden. Maar het was het roerige 1968, jaar van de studentenprotesten in Parijs en zijn lessen werden geannuleerd. Terug in Valencia las hij over het werk van de Zwitsers-Franse architect Le Corbusier en besloot in eigen stad architectuur te gaan studeren, en daarna bouwkunde aan het Instituut voor Technologie in Zürich. In deze Zwitserse stad opende hij, na voltooiing van zijn studie in 1981, zijn eerste bureau – als een van de weinige architecten met een graad als ingenieur. Ook daardoor zijn Calatrava’s creaties vaak een samensmelting van disciplines. Hij baseert zijn werk in beton op zorgvuldige wiskundige berekeningen en begint elke opdracht met het maken van tientallen aquarellen, concrete studies van constructies tot impressionistische tekeningen. Het hoofdkwartier van zijn bedrijf zit nog steeds in Zürich. Er zijn ook vestigingen in Dubai en New York.

Hondenribben
Voor Zürich sleepte hij al snel de opdracht binnen voor bouw van een nieuw station, met een opmerkelijk ontwerp: Stadelhofen (1983-1990) werd een doorbraak. Het station blinkt uit door grootschalig stedelijk functioneren, ondanks de complexe locatie. Voor een grote stationshal was geen ruimte op de smalle strook land. Het oude treinstation uit 1894 bleef behouden. Er tegenover bedacht de Spaanse architect welvende betonnen gangen met een op een ribbenkast lijkende constructie voor de overkapping. Die gelijkenis was geen toeval: hij had van een student Diergeneeskunde een hondenskelet gekregen, en was geïntrigeerd door de mechanische perfectie.
Vormen uit de natuur zijn een inspiratie gebleven voor Calatrava. Hij gaf het Satalos TGV station, bij het vliegveld in Lyon, vleugels (1994). Zijn bureau licht toe dat de ‘dramatische vorm van de superstructuur van de hal is ontleend aan een van zijn sculpturen: een gebalanceerde vorm die lijkt op een vogel op het punt van wegvliegen’. De regio wilde een ‘opwindende en symbolische gateway tot het gebied’, en kreeg die. De luchthaven van Bilbao, Sondica, kreeg door de architect ook vleugels aangemeten en heeft daardoor de bijnaam La Paloma (de duif).
Een ribbenkast van een beest was weer zichtbaar in het nieuwe dak voor het Olympisch stadion in Athene, door Calatrava opnieuw ingericht voor de Spelen van 2004. Een dak van 130 miljoen Euro, gemaakt om aardbevingen te doorstaan van 8 op de Schaal van Richter, en storm van 120 km per uur.

Ground Zero 
Voor Ground Zero in Manhattan bouwde de Spaanse architect de nieuwe World Trade Center Transportation Hub (New York, 2016), wederom met vleugels. Hij zei zelf: ‘De vorm kan worden samengevat met een vogel die wordt bevrijd uit de handen van een kind’. Natuurlijk is de vergelijking gemaakt met de feniks die herrijst uit de as. De enorme hal onder het dak, de Oculus, baadt in het licht. Het dak kan open op mooie dagen, ook op de herdenkingsdag van de aanslag in 2001 op de Twin Towers. De architect won de opdracht in 2003, maar er waren vertragingen in de bouw door discussies over veiligheid.
Het Milwaukee Art Museum was Calatrava’s eerste bouwwerk in de Verenigde Staten (1994-2001). Het is een uitbreiding van het oorspronkelijke jaren ’50-ontwerp van Eero Sarinen, de Amerikaans-Finse architect (1910-1961) die door Calatrava werd bewonderd. De nieuwbouw kreeg van de Spanjaard een paar reusachtige vleugels die open en dicht kunnen om het licht binnen te reguleren. De vleugels gaan ook open aan het begin van een nieuwe tentoonstelling. Het mechanisme werkte nog niet bij het in gebruik nemen van het nieuwe pand in 2001, maar het gebouw werd een hit. Architectuur-recensenten schreven over het ‘pure plezier’ dat in de stad teweeg werd gebracht door ‘dit uitbundige museum’. ‘De bezoekersaantallen vlogen omhoog, en andere steden begonnen te informeren naar deze ‘hot’ architect uit Europa. De organische vormen van Calatrava’s gebouwen spraken de gewone gebruikers aan die werden afgeschrikt door de strengheid van andere moderne bouwwerken, en het naar de hemel reikende gevoel van zijn werk had vaak een spiritueel karakter dat perfect aansloot bij Amerikaans optimisme.’ [Santiago Calatrava Biography, www.notablebiographies.com].
Kenden de Amerikanen hem nog niet echt eind jaren ’90, niet lang daarna ontving Calatrava de AIA Gold Medal van het vooraanstaande American Insitute of Architects (2005). Zijn Sundial Bridge over de Sacramento-rivier in Noord-Californië was net voltooid (Redding, 2004). Maar helemaal probleemloos was de toekomst in Amerika niet. Bouwkosten voor ambitieuze plannen stegen de pan uit; de recessie sloeg toe en zijn Chicago Spire, dat een van de hoogste wolkenkrabbers ter wereld had moeten worden, werd niet verwezenlijkt. Het project kreeg ook tegenstand van concurrent-projectontwikkelaar Donald Trump. [Santiago Calatrava Biography, www.notablebiographies.com].

Vijftig bruggen
Calatrava had in de tussentijd elders niet stilgezeten. Zijn 250 meter lange Alamillo voetgangersbrug in Sevilla, over de Quadalquivir tussen het historische centrum en het Expo 1992-terrein, werd een voorbeeld voor moderne bruggenbouw. Het ontwerp met achterover hellende pyloon met tuien zou blijven terugkomen. Bruggen gaven de Spaanse architect bij uitstek de kans zijn kennis als architect en ingenieur te combineren. Nog voor de eeuwwisseling had hij al ruim vijftig bruggen gebouwd, de meeste in Europa en daar kwamen er nog meer bij: van Venetië tot Dublin, en voor Jeruzalem de cantilever Light Rail Bridge/Bridge of Strings (2008). En dus ook drie bruggen in onze eigen Haarlemmermeer.
Calatrava was láng voor de wereldtentoonstelling in Dubai betrokken bij bouw voor evenementen. Vrij recent is zijn Museum of Tomorrow in Rio de Janeiro (2015), onderdeel van een grootschalig herinrichtingproject voor de stad, gekoppeld aan de Olympische Spelen. Voor de Olympische Spelen van Barcelona (1992) zette hij zijn sculpturale talenten in voor de telecommunicatietoren, die een atleet voorstelt die de Olympische vlam vasthoudt. De voet is bedekt met trencadís, de mozaïekstijl gemaakt met tegelscherven zoals de beroemde Spaanse architect Gaudí dit toepaste. Gaudí is voor Calatrava een ander groot voorbeeld.
In Lissabon bouwde Calatrava het Oriente station voor Expo 1998, in België het station Luik-Guillemins (1996-2009) met monumentale overkapping: weer met zijn witte beton, en Belgisch natuursteen voor de vloeren. In Malmö zette hij de 190 meter hoge wolkenkrabber Turning Torso neer (2005), gebaseerd op zijn witmarmeren beeld Twisting Torso: een mensenlichaam dat zich draait. Voor San Sebastian in Noord-West Spanje bedacht hij Bodegas voor wijnproductie en -opslag, met golving in het gebouw die aansluit bij de pieken van de nabije bergen.

Walvisskelet 
Zijn grootste project in Spanje werd De Stad van Kunsten en Wetenschappen, in zijn geboorteplaats Valencia – voltooid in 2009 maar de opdracht kreeg hij al in 1991. Eerst maakte hij een brug over het droge rivierbed van de rivier de Turia, met daaronder een metrostation. De Stad van Kunst en wetenschappen is een cultureel wetenschappelijk complex en ligt in dezelfde rivierbedding. Het bestaat uit diverse culturele gebouwen, onder andere een imax bioscoop en planetarium, en een wetenschapsmuseum ‘met het uiterlijk van een walvisskelet’. Het grootste gebouw is het operagebouw en centrum voor podiumkunsten, Palau de les Arts Reina Sofia, in ‘Tien hedendaagse architecten’ [Vrije Academie] ook omschreven als een ‘onwezenlijk, reusachtig ovalen schaaldier’: 75 meter hoog, 163 meter lang en 87 meter breed. Er werd in een later stadium ook nog een evenementenhal bij gezet, de Agora. Veel kenmerken van Calatrava’s bouwstijl komen in dit complex in Valencia samen: het enorme formaat, de organische vormen, wit beton en staal, glas en Gaudí’s mozaiekstijl.

Santiago Calatrava’s werk is bekroond met talloze architectuurprijzen, waaronder de Livetime Achievement Award door het Leading European Architecture Forum (2016). Het UAE Pavilion, Calatrava’s ‘valk’ in Dubai, is bekroond met de AD Design Award voor architectuur (2021).